Veel mensen hebben specifieke herinneringen aan hun middelbare schooltijd. Voor sommigen is het de mooiste tijd van hun leven, waarin ze bijvoorbeeld voor het eerst verkering kregen. Anderen hebben misschien een negatieve indruk eraan overgehouden. Voor hun is het misschien een periode van ongelofelijk veel stress. Voor mij was het gelukkig en helaas geen van die dingen. Mijn middelbare schooltijd werd eerder gekenmerkt door stiekem kattenkwaad uithalen en tijdens de pauzes eindeloos praten over de laatste games en films die waren uitgekomen. Al met al zou je zeggen dat dit een vrij typische en normale schooltijd was. En ik zou je volledig gelijk geven, als het niet was voor het feit dat mijn school voor vijf jaar op rij het grootste sneeuwballengevecht wist te organiseren van heel Nederland.
De raad van vijf
Elke winter wachtte er een groep van vijf laatstejaars scholieren op de eerste sneeuwval van het jaar. Zij bepaalde elk jaar of er genoeg sneeuw was gevallen om dit jaar weer een sneeuwballengevecht te organiseren. Om de dramatische ondertoon wat aan te scherpen had de rest van de school ze de naam “de raad van vijf” toegekend. Desbetreffende jaar bestond het orgaan uit Dennis, Tim, Joep, Jodi en Mike. Allemaal waren ze laatstejaars op de middelbare school. Ze hadden de meeste kennis want ze hadden al vijf opeenvolgende jaren kunnen leren wanneer er genoeg sneeuw was gevallen voor een gevecht. Het zou immers rampzalig zijn als er midden in het sneeuwballengevecht niet genoeg sneeuw meer bleek te liggen. Daarbij was het ook belangrijk voor de raad om te bepalen of de sneeuw van goede kwaliteit was. Je kon te pofferige sneeuw hebben of te natte sneeuw. In het eerste geval kon men helemaal geen ballen maken van de sneeuw en in het tweede geval werden de ballen zo hard gemaakt dat je er ruiten mee kon ingooien.
Het oordeel
De raad van vijf riep de school op een zekere donderdagmiddag bijeen om hun oordeel te vellen over zowel de kwantiteit als mede de kwaliteit van de sneeuw dit jaar. Het vijftal stond midden op het podium en wachtte tot iedereen stopte met praten. Toen er een doodse stilte was gevallen stapte Dennis dramatisch naar voren. Hij legde zijn hand op zijn hard en boog zijn hoofd. Dit kon niks goeds betekenen. “Beste medestudenten” , begon hij langzaam. “Met veel pijn in mijn hart moet ik mededelen dat er dit jaar niet genoeg sneeuw is gevallen voor het befaamde sneeuwballengevecht.” Mijn adem stokte. “Maar wees niet getreurd.” , zei Dennis. “Wij, de raad van vijf zullen een sneeuwmachine huren om te zorgen dat het gevecht vanmiddag nog door zal kunnen gaan!” Mensen om mij heen sprongen op en er barstte een golf van gejuich los uit de kleine kantine. Het grootste sneeuwballengevecht zal voor de zesde keer op rij doorgaan!